Beschermd Dorpsgezicht. Het is maar een wonderlijke situatie op de Achterbuorren. Ooit aangewezen als onderdeel van “Beschermd dorpsgezicht” door de voormalige gemeente Wymbritseradiel. Nu deels het meest onbeschermde stukje van Scharnegoutum. Theorie en praktijk zijn hier volledig in tegenspraak met elkaar geraakt.
Heel lang geleden werd hier door de Hervormde kerk een verenigingsgebouw gerealiseerd waarvan het bedoeling was dat het een Oase in de woestijn zou worden. Het kreeg daarom de naam “Elim” en het was lange tijd een succes. In de loop van de tijd werd bijna de gehele Achterbuorren ingelijfd. Toen ook nog werd besloten dat het geheel een beeldbepalend onderdeel van het beschermd dorpsgezicht van Scharnegoutum moest worden, was het plaatje compleet. Althans… zo was het, maar tijden veranderen. Deze Oase, een paar jaar geleden gekocht door de gemeente SWF, dreigt nu een stukje “Achterbuurt“ te worden. Wellicht een klein maar wel essentieel verschil met “Achterbuorren”.

Een raam met stukgegooid glas en tralies (foto) staan hiervoor symboliek. Nu dient gezegd dat recent, bewust of onbewust, links en rechts wel pogingen zijn gedaan om dit stukje Achterbuorren voor de ondergang te behoeden. Links van de oorspronkelijke Oase heeft de kerk het Martenshûske gerealiseerd. Precies zoals heel lang geleden de bedoeling was, een nieuwe Oase als toevluchtsoord voor geestelijke rust en bezinning. Maar op basis van de uitkomsten van het recent gehouden onderzoek over de kerkelijke betrokkenheid in Nederland mag evenwel niet worden verwacht dat op korte en middellange termijn oude tijden herleven en bijna de gehele Achterbuorren nogmaals wordt ingelijfd door de kerk. Rechts van de oorspronkelijke Oase is nu B&B 1869 gevestigd. Ook een soort rustplaats c.q. pleisterplek, maar dan in de eerste plaats bedoeld voor het lichaam zoals de benaming zo voortreffelijk aangeeft. Maar hiervoor geldt dat de kracht ligt in “klein maar fijn” en dus is uitbreiding naar links niet erg waarschijnlijk. Dit los van de vraag of gemeentelijke bestemmingsplannen in combinatie met de status van beschermd dorpsgezicht dit mogelijk maken. Voor o.a. voorbij fietsende toeristen is het echter een mooi “pleisterplak”. En dan zijn er nog de stille getuigen die aan de andere kant van de heg hun laatste rustplaats hebben gevonden. Zij vormen in dit geheel nog wel de meest stabiele factor die passend is bij de functie van beschermd dorpsgezicht. Blijft niettemin de vraag: “Hoe kan verdere verpaupering van de Achterbuorren (en ook deel van de Alddyk) worden voorkomen?” De hele handel plat en daarna opnieuw inrichten als ´beschermd” wonen hoor je steeds vaker. Het zou voortreffelijk passen bij de benaming beschermd dorpsgezicht. En de vraag is eigenlijk al niet meer of maar wanneer hieraan uitvoering wordt gegeven. Mooie vraag aan de politiek tijdens de jaarvergadering van dorpsbelang op 12 mei a.s.?
PS